Franse Tijd in Nederland
Staatkundige geschiedenis van de Nederlanden | ||
Noordelijke Nederlanden | Zuidelijke Nederlanden | Heilige Roomse Rijk & Duitse Bond |
Gouwen van Midden-Francië | Gouwen van Midden-Francië | Gouwen van Oost-Francië |
Gelre |
Vlaanderen |
Luik |
1384 Bourgondische Nederlanden | ||
1482 Habsburgse Nederlanden | ||
1543 Zeventien Provinciën (vanaf 1566 in opstand) | ||
1588 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden |
1585 Spaanse Nederlanden | |
1713 Oostenrijkse Nederlanden | ||
1795 Bataafse Republiek |
1794 Eerste Franse Republiek | |
1806 Koninkrijk Holland | ||
1810 | 1804 | |
Eerste Franse Keizerrijk | ||
1813 Vorstendom der Nederlanden |
1814 Generaal- gouvernementen | |
1815 Verenigd Koninkrijk der Nederlanden |
1815 Groothertogdom Luxemburg 1839 Hertogdom Limburg | |
1830 (1866) Koninkrijk der Nederlanden |
1830 Koninkrijk België |
1848 & 1867 Groothertogdom Luxemburg |
De Franse tijd in Nederland was de tijd van 1795 tot 1813. In dit tijdvak (ook wel de Frans-Bataafse tijd genoemd) was Nederland een vazalstaat van Frankrijk en (vanaf 1810) een onderdeel van Frankrijk.
De Franse tijd in Nederland omvat de perioden:
- Bataafse Republiek (1795-1801)
- Bataafs Gemenebest (1801-1806)
- Koninkrijk Holland (1806-1810)
- Annexatie door het Eerste Franse Keizerrijk (1810-1813)
De Franse tijd begon met de Bataafse Revolutie in 1795 waarbij Nederlandse patriotten, met steun van een Frans leger dat het land was binnengetrokken, de Bataafse Republiek uitriepen. Stadhouder Willem V ging naar Engeland in ballingschap. Na een grondwetswijziging in 1801 werd de Bataafse Republiek vervangen door het Bataafs Gemenebest.
Napoleon, die zichzelf in 1804 tot keizer van Frankrijk had uitgeroepen, verving in 1806 het Bataafs Gemenebest door het Koninkrijk Holland en zette zijn broer Lodewijk op de troon. Het koninkrijk omvatte naast Nederland ook het vandaag Duitse Oost-Friesland.
Napoleon was echter ontevreden over Lodewijk, die naar zijn mening een te onafhankelijke koers voer. In 1810 besloot hij de Nederlanden bij het Franse keizerrijk in te lijven. In de hoop de Nederlandse zelfstandigheid te bewaren deed Lodewijk afstand van de troon en werd zijn jonge zoontje Lodewijk II op 1 juli 1810 koning van Holland. Napoleon negeerde deze actie en annexeerde Nederland enkele weken later, op 13 juli. Hij benoemde Nicolas Charles Oudinot tot stadhouder-prins die in 1812 opgevolgd werd door Charles François Lebrun.
De Franse tijd eindigde toen Napoleon in 1813 werd verslagen en afstand deed van de troon. De oudste zoon van Willem V keerde op 30 november 1813 terug naar Nederland, en na het Congres van Wenen werd hij in 1815 als Willem I uitgeroepen tot koning der Nederlanden.
Belangrijkste effecten
De belangrijkste effecten van de Franse tijd waren:
- Het einde van de Nederlandse republiek en het begin van het koninkrijk der Nederlanden. Een gecentraliseerd modern staatsbestel verving de gedecentraliseerde macht van het oude systeem.
- De definitieve economische overwinning van Groot-Brittannië op Nederland. Nederland verloor de Kaapkolonie en de koloniën in Guyana en Ceylon aan de Britten. De Vereenigde Oostindische Compagnie werd in 1798 ontbonden.
- Invoering van de eerste Grondwet, het Burgerlijk Wetboek, de Burgerlijke Stand, de dienstplicht, het kadaster, achternamen, huisnummers en standaardmaten en -gewichten: de kilo, meter en liter.
- Oprichting van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en de Nationale Kunst-Galerij, de voorloper van het Rijksmuseum.
Nederland in de oorlogen tegen Frankrijk
- In 1793 stonden de Fransen tegenover de Oostenrijkers in de Zuidelijke Nederlanden. De Fransen namen Breda in en belegerden Maastricht maar moesten zich uiteindelijk terugtrekken.
- In de winter van 1794/1795 marcheerden de Fransen over de bevroren rivieren Nederland binnen, bezetten het land en riepen de Bataafse Republiek uit (zie verder Bataafse Revolutie).
- In de Zeeslag bij Kamperduin in 1797 werd de Nederlandse vloot compleet verslagen door de Britten.
- In 1799 viel een Brits-Russische invasiemacht Noord-Holland binnen, veroverde de Nederlandse vloot in Den Helder en bezette Alkmaar. De geallieerden werden echter verslagen in de Slag bij Castricum en moesten zich weer uit Nederland terugtrekken (zie verder Brits-Russische expeditie naar Noord-Holland).
- Een Brits leger bezette in 1809 het Zeeuwse eiland Walcheren, maar liep zich daarna vast. Een groot deel van de manschappen werd ziek en stierf, en de Britten trokken zich aan het eind van het jaar weer terug (zie verder Walcherenexpeditie).
- Het laatste steunpunt voor Napoleon Bonaparte was Delfzijl, dat van 13 november 1813 tot het ontzet op 23 mei 1814 belegerd werd . Omdat de verdediger van de stad, Kolonel Maufroy, niet wilde geloven dat Napoleon gevallen was, bleef de vesting tot na de Franse tijd bezet. Zie verder Beleg van Delfzijl (1813-1814)
- Ongeveer 14.000 Nederlandse dienstplichtigen gingen met de Grande Armée mee naar Rusland. De grote meerderheid kwam om; slechts zeer weinigen keerden terug.