Benutzer:TacoTichelaar/test2

aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie
Zur Navigation springen Zur Suche springen

Jean Deutz (29 november 1618[1]–28 juni 1673 [2]) war ein Kaufman und Bankier in Amsterdam. Keizerlijk factoor van het kwikzilver met het monopolie van verkoop in Noord-Europa van het kwikzilver uit de Keizerlijke mijnen 1659 (gecontinueerd bij Keizerlijk besluit van 3 dec. 1669); directeur van de Levantse handel.

Leben[Bearbeiten | Quelltext bearbeiten]

Sein Vater, Johann Deutz (-1638), kam aus Köln; die Mutter war Elisabeth Coymans (1595-1653). Jean wurde getauft in die Nieuwe Kerk (Amsterdam). Er hatte vier Brüder und drei Schwester. Von 1646 tot 1649 machte er in Frankreich, Italien und Spanien, einen Grand Tour, zusammen mit seinen jüngeren Brüder. In Rom begegnete er Michiel Sweerts, die af en toe als handelsagent fungeerde. Die Brüder Deutz wurden von ihm porträttiert. Jean kwam eerder thuis dan zijn broers. Hij had ongeveer 15.600 gulden uitgegeven gedurende de reis.

Aanvankelijk was hij koopman op de Levant. Hij handelde in zijde, kruidnagelen, lood, tabak, suiker, peper, krenten, rijst, wijn, glas en ijzer, in samenwerking met zijn moeder, die de firma dreef nadat haar echtgenoot was gestorven. Bovendien werden er spiegels, lijsten, marmeren tafels en beelden, zilverwerk, schilderijen en juwelen geïmporteerd. Hij importeerde werk van Paolo Veronese en drie portretten van de hand van Michiel Sweerts. Deutz was vooral geïnteresseerd in het werk van de Bentvhuegels, noordelijke schilders die in Rome werkten, maar ook eigentijdse Italiaanse schilders, Claude Lorrain en François Perrier. Hij bezat werk van Govert Flinck, Barent Graat en Nicolaes van Helt Stockade.

Als er 1654 Geertruid Bicker (1634-1702), die Tochter Johan Bicker und die Schwester Wendela Bicker, heiratete wurde er der Schwager und Finanzberater von Johan de Witt.

In 1656 was hij kerkmeester van de Nieuwe Kerk. In 1659 werd hij kapitein van de schutterij.

Deutz trad sinds 1659 op als keizerlijk factoor voor het Huis Habsburg.[3] Het kwikzilver kwam uit Idrija in Slovenië, en werd behalve naar Amsterdam ook naar Venetië geëxporteerd.[4] Daarnaast was hij eigenaar van de hofstede de Eult onder Baarn. Hij was een zwager van Johan de Witt en er waren banden met de familie Coymans en Bicker. In 1662 verkreeg hij een contract waarbij Deutz het monopolie van de invoer voor de Republiek van pek en teer kreeg, tegen storting van een waarborgsom van 250.000 gulden.[5]

De kwikzilvermijn van Idrija. Tot 1700 beschikte de firma Deutz over een monopolie op de kwikzilverhandel.

1674 siedelte die Witwe um und zog im Haus ihres Onkels Andries de Graeff am Herengracht 466 ein. Na haar overlijden is een inventaris opgemaakt, waarin 41 schilderijen, waarvan slechts twee van Italiaanse meesters, de anderen van Sweerts, Peter van Lint, Johannes Lingelbach, Jan Miel, etc.

Einzelnachweise[Bearbeiten | Quelltext bearbeiten]

  1. [1]
  2. [2]
  3. http://www.historici.nl/retroboeken/schutte/#source=1&page=216&accessor=toc
  4. Kwikzilver gaat gemakkelijk verbindingen aan met vrijwel alle metalen en werd gebruikt bij de goud- en zilverwinning in Zuid-Amerika.
  5. http://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/overzicht/234.nl.html#idc_K9rVY

Bron[Bearbeiten | Quelltext bearbeiten]

The Deutz Brothers, Italian Paintings and Michiel Sweerts: New Information from Elisabeth Coymans's "Journael" Jonathan Bikker. Simiolus: Netherlands Quarterly for the History of Art. Vol. 26, No. 4 (1998), pp. 277-311. Published by: Stichting voor Nederlandse Kunsthistorische Publicaties. [3]

Externe links[Bearbeiten | Quelltext bearbeiten]